Nieuws

Financiële positie Haarlemmermeer stevig

Haarlemmermeer heeft zijn zaakjes financieel goed op orde.


Foto: Blue-Sky Fotografie

Dat zegt wethouder Derk Reneman, zijn ‘bewijsstukken’ zijn de jaarrekening 2017 en de voorjaarsrapportage 2018.
De jaarrekening, waarin het college verantwoording aflegt over zijn beleid in 2017, eindigt met “een dikke plus†van ruim zeven miljoen euro‘ zegt de wethouder. Uit het stuk komt naar voren dat in 2017 veel achterstallig onderhoud in de openbare ruimte is aangepakt. Er zijn 10.000 nieuwe woningen in aanbouw zijn en twaalf nieuwe internationale bedrijven, samen goed voor dik 600 arbeidsplaatsen, in de polder zijn gevestigd.

Niet beleidsarm

De Jaarrekening 2017 is de laatste jaarrekening van de gemeente Haarlemmermeer zonder fusiepartner Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De nieuwe gemeente gaat per 1 januari 2019 dus uit solide financiële startblokken, concludeert wethouder Reneman. Ook de Voorjaarsrapportage stemt vrolijk. Deze nota gaat vooraf aan de begrotingen 2019-2022 en die kunnen om typisch Haarlemmermeerse redenen ‘niet beleidsarm’ zijn. Haarlemmermeer is nu eenmaal nog altijd meer een ontwikkel- dan een beheergemeente.

Wethouder Derk Reneman:
“Er zijn gewoon weer veel investeringen die we moeten doen.”

Als voorbeelden noemt hij de herinrichting van de Fanny Blankers-Koenlaan, de openbare ruimte in het algemeen en het Spectrum in Hoofddorp.

Zeer solide

Ondanks de vele investeringen, is de positie van de gemeente Haarlemmermeer nog altijd zeer solide, legt hij uit. Een aanwijzing daarvoor is dat de behoedzaamheidsreserve weer net zo groot is als aan het begin van deze bestuursperiode, namelijk zeven miljoen euro. Uit dit potje haalde het college geld voor het sociaal domein. Zelfs nu de gemeente geen precario (belasting) meer mag heffen over ondergrondse kabels en leidingen en daarmee een inkomstenbron van 5,5 miljoen euro verliest, is er geen reden tot zorgen want de gemeente is uitstekend in staat om deze tegenvaller op te vangen. Toch baalt wethouder Reneman. Hij vindt het maar moeilijk te verteren dat Liander en Tennet van het Rijk geen precario meer hoeven te betalen maar dat deze nutsbedrijven heel veel dividend uitkeren aan de overheid en dat ze hun CEO’s salarissen uitbetalen die ver boven de Balkenendenorm uitstijgen.

“Dan kun je als nutsbedrijf niet volhouden dat je alleen voor de consument werkt. Ze kunnen die 5,5 miljoen euro gemakkelijk lijden.â€

Vorig bericht Rijkswaterstaat kiest Royal HaskoningDHV en Wagemaker voor project Afsluitdijk
Volgend artikel 12 nieuwe faillissementen in Noord-Holland (onder meer Stichting Pure-Chocolaterie, Noosa Amsterdam B.V. (Handelsnaam Noosa Amsterdam B.V.))

Nu op WijNoordHolland