©ASML
Operatie Beethoven, een ambitieus regeringsinitiatief om grootbedrijven zoals ASML in Nederland, en specifiek in de regio Brabant, te behouden, is afgerond. De focus ligt nu op de financiering van dit project, waarbij Brabantse MKB ondernemers en lokale stakeholders nauwlettend de ontwikkelingen volgen. De centrale vraag is: Wie zal de rekening betalen van deze omvangrijke operatie? Het demissionaire kabinet heeft zich ingezet voor een ‘reddingsplan’ gericht op het behoud van grote bedrijven binnen onze landsgrenzen. De angst bestond dat ASML, een sleutelspeler in de technologie-industrie, haar investeringen zou verplaatsen naar landen met gunstigere exportregels naar bijvoorbeeld Frankrijk.
ASML behouden voor de regio
Deze inspanning resulteerde in de introductie van Operatie Beethoven, waarbij plannen zijn gemaakt om eerder aangenomen belastingmaatregelen die ongunstig waren voor grote ondernemingen, zoals ASML, terug te draaien. Bovendien is een investering van 1 tot 1,3 miljard euro gepland voor de regio Eindhoven, een cruciaal technologie- en kenniscentrum in Brabant, waar een aanzienlijk deel van de MKB ondernemers direct of indirect betrokken is bij de technologie- en kennisindustrie.
De financiering van deze operatie roept vragen op bij lokale ondernemers. Er is al 500 miljoen euro gereserveerd, maar voor de resterende 500 tot 800 miljoen euro kijkt het kabinet naar het Groeifonds. Dit stelt de vraag hoe de terugdraaiing van de fiscale maatregelen gefinancierd zal worden, aangezien deze middelen eerder waren bestemd om de koopkracht van alle Nederlanders te ondersteunen.
Verhoging BTW?
Staatssecretaris Marnix van Rij overweegt voor de financiering deels te dekken door het huidige lage btw-tarief op bepaalde producten en diensten te verhogen. Het gaat om de diensten die eerder naar 9% zijn verlaagd. Dit zou niet alleen de MKB ondernemers raken, maar ook de consumenten. Andere overwogen opties zijn het verhogen van de winstbelasting voor bedrijven of de arbeidsongeschiktheidspremie.
De keuze ligt bij de Tweede Kamer, maar de impact op MKB ondernemers is onmiskenbaar. Dit vraagstuk vereist een zorgvuldige afweging van de belangen van zowel de grootindustrie als de kleinere ondernemers in Brabant, die een vitaal onderdeel vormen van de lokale economie.