Hoorn
Op 28 augustus jl. nam ik officieel afscheid als gedeputeerde van de provincie Noord-Holland. Twaalf jaar heb ik het voorrecht gehad om deze functie te mogen vervullen. Bij het schrijven van een afscheidsspeech word je min of meer gedwongen om terug te kijken en dan kom je er achter wat er in 12 jaar allemaal is gebeurd. Als je bezig bent met die gemiddeld 70 urige werkweek, met de stapels stukken en e-mails, de vele telefoontjes en de talloze vergaderingen dan heb je daar geen tijd voor. Dan kijk je alleen maar vooruit en leef je eigenlijk van de ene naar de andere dag.
Als je aan de slag gaat met je portefeuille dan krijg je te maken met verschillende dossiers en je krijgt te maken met heel veel mensen. Dat vond ik het leukste onderdeel van het werk. De mensen die je ontmoet, de kennis die je daardoor opdoet en elke dag leerde ik wel iets.
Je hebt ook onderwerpen waar je iets mee hebt en vanaf het begin was ik geboeid en onder de indruk van de landbouwsector in onze provincie. Natuurlijk de Greenport Aalsmeer met de sierteelt en de grootste bloemenveiling van de wereld maar ook Noord-Holland Noord met de enorme diversiteit, kennis en innovatiekracht. Wat ik echter ook zag was de versnippering waardoor er kansen bleven liggen. Mijn ambitie was dan ook om voor dit gebied de zogenaamde Greenport status binnen te halen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan want er was weerstand in Den Haag en in de andere, reeds bestaande Greenports. Allereerst werden alle partijen bij elkaar gebracht en vrij kort daarna was “De Agriboard†opgericht. Met programmamanager Jacques Dekker en een stuurgroep waarin alle sectoren waren vertegenwoordigd gingen we aan de slag. Er waren mensen die erin geloofden maar er was ook cynisme. “Dat lukt ons toch niet. Dat is ons niet gegund. Wij doen het zelf wel. Wij krijgen toch geen subsidies.†Dat was zo’n beetje de sfeer in het gebied.
Wat was het een geweldig succes toen de status van Greenport uiteindelijk wel werd toegekend en de witte vlek op de structuurvisie van het Rijk kleur kreeg en het gebied op de kaart zette. De volgende fase van de GreenPort Noord-Holland Noord ging in en Rian van Dam werd de volgende programmamanager met een totaal andere opdracht. Projecten binnenhalen. De tweede EFRO subsidie is inmiddels een feit naast andere fondsen en projectgelden. Vele miljoenen en talloze projecten verder mag ik vaststellen dat het goed is gelukt en dat de regio niet alleen op de kaart staat maar dat er ook elan en zelfvertrouwen is. Het succes zat hem in de samenwerking met heel veel andere mensen. Daar heb ik van genoten en daar kijk ik met heel veel trots en plezier op terug.