De statistische steekproef en de vergrijpboete

Eén van de taken van de Belastingdienst is om belastingen te heffen.


Hiervoor heeft de Belastingdienst speciale bevoegdheden, waaronder het uitvoeren van boekenonderzoeken. Daarbij kan de statistische steekproef als controlemiddel worden ingezet, waardoor de controlemedewerker een controle efficiënt kan uitvoeren.

Statistische steekproef

Een steekproef of een steekproeftrekking is een deelwaarneming of een selectie van de totale gegevensverzameling van alle elementen, ook wel de populatie genoemd, waarbij de selectie van de elementen zo plaatsvindt dat verantwoorde onderbouwde conclusies kunnen worden getrokken voor de totale populatie. Een bij de Belastingdienst en binnen de accountancy vaak gebruikte steekproef is de geldsteekproef.

Steekproeven bij belastingcontroles

De Belastingdienst kan onmogelijk de administratie van alle bedrijven in Nederland integraal controleren. Volgens de Belastingdienst kan met steekproeven de controleaanpak transparant worden gemaakt. Steekproeven op grond van statistisch verantwoorde methoden worden erkend zowel binnen de wetenschap, de accountancy en de Belastingdienst als binnen de rechterlijke macht. De wijze waarop steekproeven moeten worden getrokken wijkt binnen de Belastingdienst niet af van de voorwaarden die in de literatuur en jurisprudentie worden genoemd en kan derhalve dienen als bewijs in fiscale zaken.

Vereisten voor opleggen vergrijpboete

Vergrijpboeten kunnen worden opgelegd indien een belastingplichtige niet voldoet aan zijn verplichtingen uit de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (AWR). Daarvoor is wel grove schuld of opzet nodig. Bij afwezigheid van een delictsbestanddeel of afwezigheid van alle schuld kan geen vergrijpboete worden opgelegd. Maar in hoeverre kunnen de resultaten van een statistische steekproef dienen als onderbouwing voor het opleggen van een vergrijpboete?

Huidige stand van de jurisprudentie

In de kern is de jurisprudentie nog onvoldoende uitgekristalliseerd om hierover uitspraken te doen. Een eerste indicatie dat het mogelijk is om een vergrijpboete op te leggen over de geprojecteerde fout is af te leiden uit het arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2008. Indien uit een steekproef blijkt dat de Administratieve Organisatie en Interne Beheersmaatregelen (hierna: AO/IB) verwijtbaar van onvoldoende kwaliteit en omvang zijn, dan kan in dit arrest een handvat worden gevonden om een vergrijpboete op te leggen.

Overwegingen literatuur

Ook in de literatuur is nog geen eenduidige lijn te vinden of de grondslag van de vergrijpboete de geprojecteerde fout is dan wel de bekende fout. Ofwel kan een vergrijpboete worden opgelegd voor een niet geconstateerde maar aangenomen of geprojecteerde fout? Daar zijn de meningen over verdeeld. Wel kan worden gedistilleerd uit de literatuur en commentaren dat de verwijtbaarheid en de schuld eerder aanwezig worden geacht bij een belastingplichtige waar de eisen aan de AO/IB hoog zijn, zoals bij een multinational.

Conclusie

De uitkomsten van een steekproef, de zogenoemde geprojecteerde fout, zouden onder voorwaarden kunnen dienen als grondslag voor een vergrijpboete. Op grond van de huidige stand van de jurisprudentie en literatuur zou dat alleen kunnen als sprake is van een systeemfout bij een belastingplichtige, waarvan mag worden verwacht dat hij zijn AO/IB processen op orde heeft dan wel hij dusdanig lichtzinnig heeft gehandeld met betrekking tot de systeemfout. De inspecteur zal dan moeten bewijzen dat in de periodes buiten de gecontroleerde periode de systeemfout zich in vergelijkbare mate heeft voorgedaan alsook dezelfde mate van verwijtbaar bewustzijn aanwezig was. Uiteindelijk zou de afwezigheid van alle schuld of een relatief gering financieel belang alsnog kunnen leiden tot het niet opleggen van een vergrijpboete.

De auteurs drs. P. Koch MRE MBA en drs. J. Zwarthoed-Tol zijn als belastingadviseur verbonden aan Contaxus Belastingadviseurs en Accountants te Volendam

Meer nieuws van