Provincie Noord-Holland
Samenwerkingsverband Techlands zet een provinciale subsidie in om het aantal zij-instromers in de installatietechniek een impuls te geven. Met succes, want alleen al op dit moment begeleidt opleidingsbedrijf Installatiewerk Noord-Holland (IWNH) 50 personen in een opleidingstraject. Maar er kan nog meer bij, weet bestuurder van Techlands en directeur van IWNH Ronald Olij.
Iedereen die de actualiteit ook maar een beetje volgt, weet het. Nederland gaat op de schop. Er staat een flinke hoeveelheid grote veranderingen voor de deur, zoals de landbouwtransitie en de overgang naar een circulaire economie. Voor de energietransitie en de bouw van een kleine miljoen woningen zijn de komende decennia heel veel technici nodig. Denk maar aan de installatie van zonnepanelen en warmtepompen die ons van het gas moeten helpen. Het is nu dus belangrijk om hiervoor zoveel mogelijk mensen op te leiden. Daarom is Ronald zeer te spreken over de subsidie die provincie Noord-Holland hiervoor beschikbaar stelt. “Daar gaat echt een aanjagende werking vanuit,” vindt hij. “Het versnelt de activiteiten waarmee het aantal zij-instromers voor de techniek vergroot kan worden.”
Alle leeftijden
Techlands is een techniek-brede samenwerking van overheid, opleidingsbedrijven, onderwijs en bedrijven in en rond Zaanstreek-Waterland. Met de subsidie richtte deze organisatie het Servicepunt Techniek in, een platform dat mensen met interesse in een overstap naar installatietechniek verder helpt. Bij Installatiewerk Noord-Holland (IWNH), een opleidingsbedrijf met 10 locaties in Noord-Holland, zijn op dit moment 50 zij-instromers actief. Waar komen deze mensen vandaan? “Dé zij-instromer bestaat niet,” antwoordt Ronald. “Deze mensen zijn van alle leeftijden en hebben allerlei verschillende achtergronden. Het gaat onder andere om voormalige productie- en magazijnmedewerkers, vrachtwagenchauffeurs, maar ook mensen met een bestuurskundige achtergrond. Die laatste categorie heeft tijdens corona de hele tijd via Teams zitten te vergaderen en denkt: is dit mijn leven? Die zijn thuis lekker gaan klussen en bedachten zich toen dat ze daar hun werk van wilden maken.”
Toekomstbestendig werk
Mensen die tijdens de pandemie noodgedwongen de horeca vaarwel zeiden, zijn ook goed vertegenwoordigd onder de zij-instromers. “En die gaan nooit meer terug. Die zijn erachter gekomen dat ze in de installatiebranche minimaal hetzelfde verdienen, maar ook nog eens veel meer vrije tijd hebben.” Het zij-instroomproject richt zich bij de werving op groepen die door actuele gebeurtenissen de arbeidsmarkt opstromen. Denk aan fietskoeriers die hun werkgevers uit Nederland zien vertrekken, of medewerkers uit kassen die sluiten vanwege de hoge energieprijzen. Maar er is ook een positieve motivatie, weet Ronald. “Dankzij de energietransitie is onze branche sexy geworden. Als je warmtepompen of zonnepanelen gaat installeren, ben je met iets goeds bezig. Bovendien is de behoefte zo groot aan technisch geschoold personeel dat dit toekomstbestendig werk is. Wie nu instroomt als installateur, hoeft zich waarschijnlijk nooit meer zorgen te maken over voldoende werkgelegenheid.”
6.0000 vacatures
Hoe ziet het zij-instroomtraject bij IWNH eruit? Iedereen begint op een opleidingslocatie met het onderdeel Basis Installatietechniek. Dit duurt tien dagen. Daarna gaan de zij-instromers enkele maanden aan de slag bij 1 van de 700 aangesloten bedrijven. Een ervaren medewerker brengt hen daar in een meester-gezel verhouding de kneepjes van het vak bij. Meestal staan de zij-instromers in deze periode onder contract bij het opleidingsbedrijf, zodat het nog mogelijk is om te switchen. Maar direct een arbeidsovereenkomst met het bedrijf in kwestie is ook mogelijk. Na de eerste paar maanden bij een bedrijf kiezen de meeste zij-instromers voor een vervolgopleiding in de vorm van een BBL (beroepsbegeleidende leerweg). In veel gevallen blijven ze dan werken bij het bedrijf van die eerste paar maanden, en leren ze bij op een ROC. Ook komen ze elke 2 weken een dag terug naar IWNH voor praktijktraining. Een degelijk traject dus, dat eraan bijdraagt dat Nederland de uitdagingen van de toekomst met vertrouwen tegemoet kan treden. Heeft Ronald het idee dat het goed loopt? “Zeker. Maar het kan en moet nog beter om die 60.000 vacatures in onze branche te vervullen. Daarom is het belangrijk om dit soort trajecten te blijven ondersteunen.”